Wetenschapper op de sofa

Het overgrote deel van wat wetenschappers publiceren is rommel. Dat zegt psychiater dr. Joeri Tijdink van de VU. "Wel mooie rommel, maar er mag best bekeken worden wat een onderzoek betekent voor de wetenschap."

Volgens Tijdink moet er strenger worden gekeken naar het promovendibeleid. "Op kwaliteit kan zoveel gewonnen worden. Laat die mensen met onzin-onderzoeken doen wat ze leuk vinden. Die andere 10 procent van de onderzoeken is wél geweldig."

Depressieve klachten

Kwaliteit zou boven kwantiteit moeten gaan, ook in de wetenschap. Maar daar zien we nu eigenlijk het tegenovergestelde, omdat er sinds de jaren '70 gehamerd wordt op publiceren. Naast dat die klemtoon op publiceren leidt tot prullenbakpublicaties, is de promovendus zelf ook de dupe. Volgens Tijdink heeft eenderde van alle promovendi last van ernstige depressieve klachten. "De publicatiedruk is enorm en doorgeslagen", zegt Tijdink.

Lamballen

Naast de publicatiedruk speelt de overbevolking in de wetenschap een rol. "Er zijn heel veel promovendi die geen intrinsieke motivatie hebben om te promoveren, maar gewoon een opleidingsplek proberen te verdienen. Dat zie je veel in de geneeskunde." Dr Kelder pleit op ironische wijze voor een wetenschappelijke genocide, maar erkent dat dat natuurlijk gevoelig ligt bij beleidsmakers.

Tijdink geeft in zijn boek Wetenschapper op de sofa tips aan gesjeesde en gestreste wetenschappers. Zo kunnen ze bijvoorbeeld gaan lamballen (niets doen, red.). "Wetenschappers denken nog heel streng en rigide en zitten van 09.00 tot 17.00 op de universiteit. Dat hoeft echt niet, ga gewoon eens op een dinsdag naar het strand."