Door deeltijdwerkende vrouw loopt samenleving miljarden mis

Het is een trend die maar niet uit de mode raakt: deeltijd werken. Met name de Nederlandse vrouw is er dol op. Sander Schimmelpenninck bespreekt met dr. Liza Mügge waar het mis gaat. Belangrijk, want de arbeidsmarkt, de schatkist, de samenleving en niet in de laatste plaats vrouwen zélf zijn gebaat bij meer voltijd functies.
Nederland is in vergelijking met andere landen kampioen als het gaat om deeltijd werken. In ons land begint 62 procent van de vrouwen meteen na de opleiding met deeltijd werken, en dan zijn er vaak dus nog niet eens kinderen in het spel. Toch is de keuze voor een deeltijdfunctie volgens Mügge niet per se een eigen keuze van vrouwen. Jonge vrouwen zouden zich bij voorbaat vaak al zorgen maken over de latere gezinssituatie. Mügge: “ze vragen zich dan al af hoe ze werk en gezin gaan combineren, later. Ik heb dat ook onder mijn eigen studenten gezien.” Vaak zij het zelfs gedachten die al hun intrede doen vóór er überhaupt sprake is van een relatie. “Het zit erg geworteld in het idee dat de beste manier om gezin en werk te combineren een deeltijdfunctie is”, aldus Mügge. Daarnaast zijn er volgens haar in de sectoren waarin vrouwen oververtegenwoordigd zijn, zoals zorg en onderwijs, meer parttime-functies.
Wat opvalt is wel dat Nederland een uitzondering is op het gebied van deeltijd werken. Het aantal uren dat vrouwen werken is het laagste van de hele EU. De genoemde argumenten waarom de Nederlandse vrouw vaak deeltijd werkt, gelden natuurlijk ook voor al die andere landen. “Ja, maar we doen het wél heel goed als het gaat om arbeidsparticipatie van vrouwen”, vult Mügge aan. Toch loopt volgens een rapport van McKinsey onze maatschappij op jaarbasis 114 miljard euro mis, omdat vrouwen hier zo weinig uren werken. Daar wordt volgens Mügge echter de onbetaalde arbeid niet in meegenomen. “Dus zowel vrouwen met als zonder kinderen besteden meer uren aan zorg en aan huishouden. Als je die uren mee gaat tellen, werken vrouwen méér uren.”