Het nut van een hobby
- Fragmenten
- Het nut van een hobby
In deze digitale wereld ligt verveling zelden op de loer en lijkt de hobby overbodig te worden. In loze momenten grijpen we doorgaans liever naar een smartphone dan naar een verfkwast. En dat terwijl een hobby zo ontspannend is voor ons brein.
Postzegels verzamelen, theezakjes vouwen, vliegtuigen spotten, hoe veel gebeurt dat nog? We doen er vooral graag grappig over. Nee, na ’t werk gaat men ’t liefst sporten. De vraag is of je de sportschool een hobby kan noemen.
Volgens Duits kennen we de hobby, ofwel het fenomeen vrijetijdsbesteding, sinds de 19e eeuw, en kwam met de opkomst van de middenklasse. Voorwaarde voor een activiteit om bestempeld te worden als vrijetijdsbesteding is dat deze onbetaald, vrijwillig en vooral plezierig is. Tegelijkertijd is de activiteit wel in bepaalde mate nuttig: "het wordt gezien als een sociaal gewaardeerde besteding van de vrije tijd. Een productieve vrijetijdsbesteding. Je moet het ook associëren met het protestantisme", zegt Duits.
Of iets nu wel of niet een hobby is, is vrij arbitrair en soms onduidelijk, vindt Duits. "Sporten wordt in de sociologische literatuur soms wel en soms niet tot de hobby gerekend. Verzamelen wordt vaak als hobby gezien, gamen en televisiekijken niet, muziek maken weer wél." De beoordeling heeft volgens Duits vooral te maken met of de activiteit nut heeft.
Hobby’s zijn goed voor het brein, omdat ze een ontspannend effect hebben. “Als je een hobby hebt, dan kun je beter ontspannen. En dan heb je ook minder stress op je werk", zegt Duits. Maar het gaat volgens Duits dus vooral om de mate waarin je ontspant: "er is geen wetenschappelijk bewijs dat je dat niet zou kunnen doen door bijvoorbeeld televisie te kijken."
Video niet beschikbaar