Het vette brein

In deze maand ontbreekt het niet aan voedsel. Dientengevolge ontkomen billen, dijen en buiken bijna niet aan een aantal extra onsjes. Maar behalve op ons uiterlijk heeft overvloedig vet ook een negatieve invloed op het brein. Jonge doctor Ilse Arnoldussen licht toe hoe dat komt én heeft kerstdiner-suggesties om de effecten van vetzucht tegen te gaan.

Een teveel aan vetweefsel beïnvloedt het brein negatief, concludeert Arnoldussen, die er onlangs op promoveerde aan de Radboud Universiteit. Ten eerste vanwege een groot indirect effect. "Het helpt bij het ontstaan van vaatziekten: als je veel vet opslaat, circuleert er ook veel vet in je bloed", zegt Arnoldussen. Dat zorgt ervoor dat er weleens een adertje dichtslibt. "Je hersenen zijn erg afhankelijk van bloed om goed te kunnen functioneren.” Hoe moeilijker dat bloed je hersenen bereikt, des te minder zuurstof je brein zal krijgen. "Zo kunnen delen zelfs afsterven." 

Daarnaast is de veronderstelling dat vetweefsel slechts een statisch opslagmedium is een misvatting. Het is een actief orgaan dat invloed uitoefent op vele organen, waaronder het brein. Al met al kan een hoog gehalte aan vetweefsel leiden tot  ontstekingen in bloedvaten en hersenweefsel, en een afname van hersendoorbloeding en zenuwcellen in het brein.

Wipwap-effect

Er is een opvallend verschil tussen mensen van middelbare leeftijd en mensen die 70 jaar of ouder zijn als het gaat om de effecten van vetweefsel. "Op middelbare leeftijd heeft vetzucht nog een negatieve invloed op het brein. Bij 70-plus draait dat opeens om." Arnoldussen noemt het een soort wipwap-effect: "bij mensen ouder dan 70 is ondergewicht juist negatief geassocieerd met het brein, namelijk met een groter risico op dementie en schade aan de hersenen. 

Overigens zijn niet alle vetzuren slecht voor ons brein. Wat u het beste kunt eten met kerst? Arnoldussen adviseert een Mediterraans menu. "Veel vis bijvoorbeeld. Onder andere zalm en tonijn bevatten visolie, dat gaat vetzucht tegen." Daarnaast is het verstandig om vezels te eten. Bacteriën in je darmen maken namelijk 'korte-ketenvetzuren' aan die overmatige vetopslag tegengaan.