CDA Rotterdam wil dat voorgangers in het Nederlands preken

Het CDA in Rotterdam wil dat voorgangers in het Nederlands gaan preken. Predikanten van de 150 migrantenkerken moeten wat hen betreft binnen vier jaar de taal leren, stelt fractievoorzitter Christine Eskes. 'Verplichten kunnen we het niet, maar het gaat ons er om dat we de mogelijkheid creëren om via zo'n gemeenschap de participatie in de samenleving te verbeteren.' 

Madelon Grant, oud-directeur van SKIN Rotterdam, de koepelorganisatie van migrantenkerken, is er fel op tegen. 'Je kan het geld dat het CDA hiermee uit wil geven op zoveel betere manieren uitgeven om de segregatie in de samenleving te verbeteren. Hier zien we niks in.'

Eskes: 'We willen vooral kwetsbare leden van geloofsgemeenschappen bij de samenleving betrekken. Die zie je bij allerlei geloofsgemeenschappen, ook bij moskeeen. Als de voorganger in het Nederlands preekt, helpt dat ook de leden. Daarnaast moeten we ook de kerkbezoekers helpen taalvaardiger te worden.' 

Verplicht

Eskes ontkent dat het CDA plan een verplichting inhoudt, maar Grant ziet dat anders: 'In het programma staat dat ze binnen vier jaar NL moeten spreken, ik vind dat klinken als een verplichting'.

Oud-Kamerlid Mei Li Vos moet er niet aan denken dat het CDA plan werkelijkheid wordt. Zij is lid van een engelstalige kerk. 'Het zou toch absurd zijn als we daar Nederlands moeten gaan praten. Daar is juist heel veel onderling contact omdat mensen elkaar in hun eigen taal kunnen ontmoeten'.