Kamerleden VVD en FvD in debat over voorwaardelijke invrijheidstelling
- Fragmenten
- Kamerleden VVD en FvD in debat over voorwaardelijke invrijheidstelling
Opnieuw staat de voorwaardelijke vrijlating in de schijnwerpers. Aanleiding is de strafzaak tegen Arthur C. (33). Meerdere keren kreeg C. in het verleden lange celstraffen opgelegd wegens berovingen en verkrachting. In februari 2017 kwam hij voorwaardelijk vrij en nog voordat hij een enkelband aangemeten kon krijgen, ging C. opnieuw in de fout. Het OM had nog gewaarschuwd tegen zijn vrijlating, wijzend naar de vier keer dat C. de voorwaarden van zijn proefverlof had geschonden. Maar de rechter besloot C. uit de cel te laten. Enkele dagen later gijzelde hij een jonge Rotterdamse vrouw die hij meermaals verkrachtte. Vorige week eiste het OM 21 jaar en TBS tegen C., volgens de officier "de belichaming van de nachtmerrie van elke vrouw."
De VVD wil dat de voorwaardelijk invrijheidstelling (v.i.) grondig wordt herzien. Nu is het volgens Kamerlid Foort van Oosten "een automatisme dat een gedetineerde na twee derde van zijn straf voorwaardelijk vrijkomt". Van Oosten vindt dat de vervroegde vrijlating maximaal twee jaar mag beslaan. Hij wil daarmee voorkomen dat iemand die een celstraf van achttien jaar moet uitzitten, na twaalf jaar al vrijkomt. Ook moet de rechter, wat Van Oosten betreft, veel meer kijken naar het gedrag van de gedetineerde. "Als iemand in de cel een mobieltje heeft, zich misdraagt, drugs handelt, dan moet dat gevolgen hebben." In het regeerakkoord is de aanpassing van de v.i. opgenomen en Van Oosten wacht de uitwerking van de minister af.
Theo Hiddema, bekend strafpleiter en Kamerlid namens Forum voor Democratie, kent de v.i. uit zijn advocatenpraktijk. Hij moet niets hebben van oproepen van partijen als PVV en SGP het systeem willen afschaffen: "als je iemand wegstopt, dan moet je daarna wel een periode hebben dat iemand kan snuffelen aan de vrijheid", aldus Hiddema. Het voorstel van de VVD vindt Hiddema "cosmetisch". Het FvD-Kamerlid hamert erop dat het nu al aan de rechter is om te bepalen of een gedetineerde v.i. krijgt. Hiddema: "de rechter heeft de vrijheid om keuzes te maken. Die keuzes kunnen verkeerd uitvallen. Als meneer Van Oosten nude v.i. wil beperken tot twee jaar, dan lijkt me dat het kind met het badwater weggooien. Want nu kun je iemand die zich in potentie alle kanten op kan ontwikkelen, zes jaar bekoekeloeren. Waarom zou je de rechter dat instrument onthouden?"
In De Nieuws BV bespreken Kamerleden Van Oosten en Hiddema de voor- en nadelen van het systeem van voorwaardelijke invrijheidstelling.