De toekomst is nu

Over het verleden denken we vaak na, we leven in het ‘nu’, maar in de toekomst moet het nog gebeuren. Jeanneke Scholtens schreef als toekomstonderzoeker het boek De toekomst is fantastisch en vindt dat we meer met de toekomst bezig zouden mogen zijn. Hoe kunnen we op verschillende manieren van de toekomst genieten én die toekomst inzetten om er beter van te worden?

Het begint met vooruit kijken binnen je eigen leven. In het eerste boekdeel Tijdreizen daagt Jeanneke je uit om je eens een voorstelling te maken van hoe je later bent. Niet alleen hoe je eruitziet, maar ook hoe je je voelt, wie er bij je is, waar je woont: “Wat geeft die latere zelf je nu te doen?” Het is makkelijk om over het verleden te denken, omdat je daar duidelijke herinneringen aan hebt. Echter, hoe verder je in de toekomst probeert te denken, hoe meer het eruit ziet als een waas: “Die waas probeer ik je in te laten kleuren.”

Moeten we volgens Jeanneke dan zo veel mogelijk in de toekomst leven? Nee, en dat doet ze zelf ook niet: “Je hebt één been in het nu, en ook alvast een been in het gras van de toekomst. Het is in balans.”

Dat we niet uit onszelf geneigd zijn om veel met de toekomst bezig te zijn, komt doordat het makkelijk en verleidelijk is om lekker in het nu te leven. Met een wetenschappelijke term present bias. En als je de kranten openslaat kan je het gevoel krijgen dat de toekomst er niet fraai uitziet. Dat ontkent Jeanneke niet, maar ze vindt wel dat je moet bedenken dat er veel dingen in de wereld verbeterd zijn. Bovendien zijn er ook altijd positieve signalen in dat nieuws te vinden, aldus Jeanneke.In de uitzending van 20 januari én natuurlijk in het boek De toekomst is fantastisch komen nog allerlei andere manieren aan bod om naar de toekomst te kijken, op kortere én op langere termijn.