Fragment

Handhaving tegen schijnzelfstandigheid: “Goed dat de politiek kritisch is op het beleid”

foto: Omroep ZWARTfoto: Omroep ZWART
  1. Fragmentenchevron right
  2. Handhaving tegen schijnzelfstandigheid: “Goed dat de politiek kritisch is op het beleid”

Met het einde van het handhavingsmoratorium bij de Belastingdienst op 1 januari 2025 in zicht en dus een strengere handhaving tegen schijnzelfstandigheid, stellen politieke critici onder leiding van VVD-Kamerlid Thierry Aartsen kritische vragen aan het kabinet. Dit terwijl het kabinet streeft naar een ‘zachte landing’ voor de nieuwe regels, een onderdeel van de zachte landing is het niet opleggen van vergrijpboetes in 2025. 

Sem Overduin, verantwoordelijk voor de public affairs bij intermediairs- en brokers-branchevereniging Bovib, vindt het terecht dat politici de ontwikkelingen rondom de handhaving nauwlettend volgen. Hoewel het kabinet en de Belastingdienst aangeven dat er wel degelijk sprake is van een goed juridisch kader om te handhaven tegen schijnzelfstandigheid, geeft Overduin aan dat de uitdaging in de holistische benadering van de Belastingdienst ligt, waarbij meerdere criteria tegelijk worden bekeken. 

Overduin moedigt de komst van nieuwe wetgeving rondom de handhaving aan, mits er meer aandacht komt voor het ondernemerschap van de zzp’er. De wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR), die mogelijk in 2026 wordt ingevoerd, moet hier onder andere aan bijdragen. Hij benadrukt het belang van duidelijke richtlijnen en ondersteuning voor zzp’ers om zich aan de nieuwe eisen aan te passen.

Luister het gesprek hier terug

Video niet beschikbaar