Nog steeds grote tekorten bij zedenpolitie
- Fragmenten
- Nog steeds grote tekorten bij zedenpolitie
Iemand die bij de politie aangifte doet van aanranding of verkrachting moet maandenlang en soms meer dan een jaar wachten voordat de politie de zaak doorstuurt naar het Openbaar Ministerie.
Op 10 mei informeerde minister van Justitie en Veiligheid Yesilgöz (VVD) de Tweede Kamer dat er door extra geld inmiddels 40,5 nieuwe fulltime zedenrechercheurs zijn bijgekomen.
Die groei heeft te maken met een motie die in 2019 unaniem door de Tweede Kamer werd aangenomen, de motie Klaver. Na die motie beloofde het kabinet dat er flink geïnvesteerd zou worden in de zedenteams om de achterstanden weg te werken en dat er in totaal 60 nieuwe fulltime banen zouden worden gecreëerd. Met het cijfer van 40,5 nieuwe banen lijkt de minister aardig op weg om het doel voor het einde van de kabinetsperiode te halen. Maar is dat ook echt zo?
Argos vroeg op basis van de Wet Openbaarheid van Bestuur allerlei cijfers op bij de tien verschillende regio’s van de politie. Het blijkt dat de capaciteitsgroei in de praktijk veel minder rooskleurig is dan het cijfer van de minister suggereert. Er is namelijk een verschil tussen de banen die er op papier zijn en de zedenrechercheurs die daadwerkelijk inzetbaar zijn. Als we naar de daadwerkelijk inzetbare rechercheurs kijken is het aantal daarvan met nog geen 2% gestegen. De doorlooptijden van de zedenaangiftes zijn gemiddeld gesproken dan ook niet korter maar juist langer geworden. Bovendien blijken er grote regionale verschillen te zijn.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
In de uitzending reageren Hanneke van der Werf (Tweede Kamerlid van D66) en Jan Struijs (voorzitter van de Nederlandse Politiebond) op onze bevindingen.
Video niet beschikbaar