Johan Atema (NAM): boren naar nieuw gas

De Nam wil gaan boren naar nieuw gas op land, maar vooral binnen de Nederlandse territoriale wateren op de Noordzee. Want de komende dertig jaar kunnen we nog niet zonder dat gas. Dat zei de directeur van de NAM, Johan Atema in het NPO Radio-1 programma 1op1 tegen Sven Kockelmann.

Hoewel het kabinet Nederland zo snel als mogelijk van het gas af wil halen, zal dat de komende dertig jaar nog niet lukken. “Het zal wel minder worden, maar we kunnen voorlopig gewoon nog niet zonder”, aldus Atema. "We hebben het gas nog tientallen jaren nodig." De NAM heeft naast het Groninger gasveld nog een zo'n 200 kleinere gasvelden en die blijven de komende jaren nog open. Wij zullen blijven doorgaan met zoeken naar gas, het historische deel van de Noordzee is niet goed onderzocht, omdat we die enorme hoeveelheid in Groningen hadden. Volgens Atema wil minister Wiebes ook niet volledig van het gas af, vooral van het gas in Groningen. Want het zou onverstandig zijn om afhankelijk te worden van de toevoer van gas vanuit het buitenland qua leveringszekerheid. Ook biedt de Nederlandse gaswinning werk aan 40.00 mensen en het "zou zonde zijn als die verloren zouden gaan". Daarvoor heeft Atema een gunstiger belastingklimaat nodig "net als de Britten en Noren die ook in de zee naar gas boren."

Verlies werkgelegenheid bij de NAM

Atema steunt minister Wiebes die twee weken geleden meldde dat de winning van het Groningen veld medio 2022 terug kan naar nul. Dat zal overigens niet zonder gevolgen blijven voor de werkgelegenheid bij de NAM. “We zullen moeten afslanken, dat is wel duidelijk. Na de zomer kunnen we melden hoeveel banen er verloren gaan.” Atema erkent tegenover Sven Kockelmann ook dat de NAM fouten heeft gemaakt bij de winning van het gas en de afhandeling van de schade in Groningen. "Het is dramatisch als je in een onveilig huis woont. Dat moet zo snel mogelijk opgelost woont." De NAM is echter sinds vorig jaar niet meer verantwoordelijk voor de schadevergoedingen. Die liggen nu bij de overheid.  Wel wil Atema in de toekomst de regio meer laten profiteren van de winst die zij maken: "Dat is in andere landen als Duitsland en Italië volstrekt normaal en dat zou hier ook moeten gebeuren. Het kleine deel van de winst van onze mijnbouw moet niet naar de centrale overheid, maar in de regio blijven."