Ard van der Steur, waarom weggaan of blijven?
- Nieuws
- Ard van der Steur, waarom weggaan of blijven?
Wat moet je nog meer doen om als minister naar huis gestuurd te worden? Die vraag ligt op tafel tijdens het zoveelste Teevendeal-debat. Waar die deal precies over ging doet allang niet meer terzake. Nouja, dat Fred Teeven in 1994 een crimineel financieel matste omdat dat het Openbaar Ministerie toen goed uitkwam.
Zo’n deal kon eigenlijk niet, maar Teeven vond blijkbaar dat wat niet kan soms wel moet. De zware criminaliteit kun je niet bestrijden met ‘alstublieft’, ‘wat denkt u hiervan’ en ‘dit mag niet’. In deze sector wordt het spel hard gespeeld en daar was Teeven als juridisch straatvechter heel goed in.
Terug naar het Binnenhof. Juist omdat die deal politiek -en juridisch- eigenlijk niet kon, moest het worden stilgehouden. Dat is niet gelukt. De regel in de politiek is namelijk: alles komt uiteindelijk altijd uit. Maar totdat de deksel eraf ging is er heel lang aan gewerkt de kwestie stil te houden.
Het woord doofpot is daarvoor uitgevonden. Het kostte vorig jaar de VVD-bewindslieden Opstelten en Teeven , die inmiddels via het Openbaar Ministerie succesvol in de politiek was gerold, de kop. Het ministerie van Veiligheid en Justitie had toen al de bijnaam 'Het ministerie van VVD'. De nieuwe leiding kwam in handen van Ard van der Steur (minister) en Klaas Dijkhoff (staatssecretaris).
Van der Steur en Dijkhoff waren in de VVD-fractie de justitiewoordvoerders en liepen bij Opstelten, toen hij nog minister was, de deur plat. Opstelten had het gezegde ‘grote stappen gauw thuis’ als politieke strategie, wat niet altijd goed uitpakte. Vandaar de twee schaduwministers – Van der Steur en Dijkhoff – op het departement. Kan ook zijn dat zij en passant bezig waren Opstelten naar de uitgang te begeleiden, omdat de partij Opstelten een risicofactor vond.
Feit is dat Van der Steur in zijn rol toen nog als Kamerlid Opstelten hielp bij de beantwoording van Kamervragen over de Teevendeal. Een kamerlid controleert de minister, zo is het op het Binnenhof bedoeld. Natuurlijk zijn er wisselende contacten tussen een Kamerfractie en een minister van de eigen club. Maar daaraan zit een grens. Waarvan Van der Steur nu zegt dat hij het verschil qua rol beter in de gaten had moeten houden.
Simpel gezegd: Van der Steur schreef brieven aan zichzelf. Maar hij ondersteunde mede de tactiek het parlement niet optimaal te informeren. En ook al wordt er in de politiek achter de schermen geritseld en geregeld, wat er allemaal bijhoort, er wordt een grens overschreden als de controleur van de macht zelf de macht is geworden.
Waarom heeft Van der Steur niet bij zijn aantreden gewoon gezegd dat hij Opstelten intensief heeft bijgestaan en af en toe de correspondentie voor hem verzorgde. Waarom na lang duwen en trekken – 800 pagina’s commissie-Oosting – en vlak voor het debat weer een stukje van de waarheid uit het raam van het departement gooien? En hoe zit het trouwens met de – terecht nu - veelgeprezen staatssecretaris Dijkhoff? Wordt hij als VVD-talent angstvallig uit de wind gehouden om beschadiging te voorkomen en moet Van der Steur de storm afwenden of het lot dragen?
Hoe het debat ook afloopt, het is te hopen dat de discussie vooral gaat over de geloofwaardigheid van de politiek en hoe dat overeind te houden.