Annabel Nanninga: 'In de discussie rondom het politie-hoofddoekje schuilt een verborgen agenda'
- Nieuws
- Annabel Nanninga: 'In de discussie rondom het politie-hoofddoekje schuilt een verborgen agenda'
Noem het woord ‘hoofddoekje’ en je hebt een debat. Het stukje textiel is een heter hangijzer dan pensioenen, zorg en het klimaat bij elkaar opgeteld. De hijab als de vlag die gestreken of, afhankelijk van je standpunt, verdedigd moet worden.
Nu weer de politie: met of zonder hoofddoek? Zonder, natuurlijk. Politieagenten dragen een uniform, het woord zegt het al: een eenvormige uitdossing, zeer herkenbaar en volkomen kenmerkloos ten aanzien van de individuele drager tegelijk.
Maar, als jonge islamitische vrouwen daardoor een carrière bij de politie laten schieten, dat is toch reuze zonde, al die denkkracht onder het doekje die verloren gaat? Zo lust ik er nog wel een paar. Het is dezelfde drogreden als die vaak wordt gebruikt om sekse-gesegregeerd zwemmen te verdedigen: anders gaan die meisjes domweg niet zwemmen, dus dan maar apart.
Het is zelfverkozen uitsluiting, als je door religieuze regels ergens niet aan mee kan doen. Dat ligt niet aan de regels van de open westerse samenleving.
Als de politie er middels uiterlijke kenmerken blijk van geeft een bepaalde religie aan te hangen, leidt dit tot maatschappelijk ongemak. Een agente met hoofddoekje bij een huiszoeking in de moskee? Krijgt ze gezeik mee. Een agente met hoofddoek bij een demonstratie van extreemrechts? Dat is een extra veiligheidsrisico voor haar. Een hoofddoek vernietigt in één oogopslag de noodzakelijke neutraliteit van een agente. Het bedekt een vrouw in fysieke zin, maar het exposeert juist haar individualiteit in een rol waarin dat ongewenst is.
Het willen doordrammen van de politiehoofddoek, zoals de Amsterdamse korpchef Pieter-Jaap Aalbersberg een goed idee lijkt, ik vrees dat er meer achter zit.
Stel, we voeren het in.
Zelf ben ik afkomstig uit Amsterdam. Een agent die een stoepfietser of wildplasser aanhoudt, krijgt bij ons meestal te maken met een grote waffel. Draagt hij of zij een bril dan is het een blinde mol, is de agent gezet dan ‘mot die vetklep effe boeven vanguh’, een roodharige diender ‘hep se zwaailicht altijd an’, enfin, dat werk. Draagt de agente een hoofddoek, daar gaan we: een hapklare brok voor grootmuilen.
Maar dán is het opeens een hate crime. Dat is niet de schuld van islamitische vrouwen die bij de politie werken. En niet van die duffe korpschef die voor een deugkarretje gespannen wordt. Nee, de cynische ‘islamofobie’-lobby die in gemeentelijke adviesbaantjes actief is, de lobby die deze doekjesgekte voorstelt, gooit deze mensen rustig voor de bus om hun doel te bereiken.
‘Islamofobie' moet gelijkgeschakeld worden aan islamkritiek, en dat als geheel moet verboden worden. Welk beter middel om dat doel te bereiken, dan door een hausse aan ‘islamofobie’ en slachtofferschap te ontketenen? We moeten vrezen dat het invoeren van een hoofddoek voor agentes fungeert als een vorm van uitlokking. Je helpt mee aan de productie van een misdrijf dat je wílt zien.
De islamofobie-hustlers maken handig gebruik van het hoofddoekje als vooruitgeschoven post annex vurig betwist symbool. Desnoods ten koste van de draagsters.
Annabel Nanninga is freelance verslaggever, opiniemaker en columnist voor onder andere ThePostOnline, RTL Z, Powned en Veronica Magazine. Zij heeft twee kinderen.
Luister vanavond naar Kwesties, om 20.00 uur op NPO Radio 1.