Waarom de adel zich meer moet inzetten voor de maatschappij

Van Hövell, voorzitter van de Nederlandse adelvereniging, maakt deel uit van één van de oudste generaties adel. Hij stamt af van katholieke ridderschappen die bestonden rond het jaar 1400. Na een carrière in de advocatuur en als bestuurs- en kantonrechter in Limburg, zet hij zich nu in als voorzitter voor e-Court, een online rechtsprekende instantie die volgens Van Hövell sneller en goedkoper is dan de reguliere rechtspraak.

Adel zet zich volgens Van Hövell in voor de maatschappij. Je moet onkreukbaar zijn, een voorbeeld stellen. "Wij beschouwen ons als een groep die dienend is. Daar komt ook bij kijken dat je je fatsoenlijk hoort te gedragen, dat proberen we ook jongeren bij te brengen. Het is opmerkelijk dat de laatste jaren steeds minder adellijken zich in de openbare dienst dienstbaar hebben gemaakt. Dat vind ik jammer." Als reden noemt de baron de jaren 70 en 80 waarin veel kritiek werd geuit op de adel. "Dat heeft mensen afgeschrikt om hun kop nog boven het maaiveld uit te steken."

Luister hier het gesprek met Ruud van Hövell tot Westerflier terug:

Ongelijke kansen

Wereldwijd heerst er onrust over ongelijke kansen in de maatschappij. Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau groeit de kloof tussen arm en rijk en laag- en hoogopgeleid. Veel mensen keren zich tegen deze ongelijkheid, tegen de elite, waar de adel ook onder wordt geschaard. Volgens Van Hövell ligt daar een taak, al voelt hij zich zelf nooit verheven boven anderen.

"Ongelijkheid is des mensen. Niet dat je die situaties moet scheppen, maar er zit een bepaalde mate van ongelijkheid in de maatschappij. Die kan je het beste bestrijden door er een positieve wending aan te geven. Als jij mogelijkheden hebt om bepaalde dingen te doen die een ander niet heeft en je ziet dat een ander daar behoefte aan heeft dan dien je die mogelijkheden ten behoeve van die ander in te zetten."